Over mij

Het begon allemaal met een eenvoudig idee, gevoed door een diepe passie. Als klein bedrijf richten wij ons op persoonlijke aandacht en toewijding voor elk detail. Onze aanpak is geworteld in kwaliteit en integriteit en zorgt ervoor dat alles wat we doen onze toewijding aan uitmuntendheid weerspiegelt.

✅ Wat doet een vertrouwenspersoon?

  1. Luisterend oor bieden:

    • Jongeren kunnen bij de vertrouwenspersoon terecht als ze iets dwarszit, zoals pesten, discriminatie, intimidatie, grensoverschrijdend gedrag of persoonlijke problemen.

  2. Onafhankelijke en vertrouwelijke steun:

    • Alles wat besproken wordt, blijft in principe vertrouwelijk, tenzij er gevaar is voor iemands veiligheid.

    • Jongeren moeten zich vrij voelen om te praten zonder angst voor gevolgen.

  3. Begeleiden en adviseren:

    • De vertrouwenspersoon helpt de jongere om een situatie aan te pakken of verwerkt wat er is gebeurd.

    • Indien nodig helpt hij of zij met de volgende stap, bijvoorbeeld het inschakelen van leiding, ouders of professionele hulp.

  4. Preventie en voorlichting:

    • De vertrouwenspersoon helpt ook mee om het bewustzijn te vergroten over respectvol gedrag en wat wel of niet oké is binnen de groep.

    • Dit kan via workshops, gesprekken of informatieavonden.

  5. Signalerende rol:

    • Als er meerdere signalen zijn van ongewenst gedrag of een onveilige sfeer, kan de vertrouwenspersoon dit aankaarten bij de leiding of bestuur (zonder direct namen te noemen).

📌 Belang van een vertrouwenspersoon in een militaire jeugdgroep

  • Strakke hiërarchie en discipline kunnen het moeilijk maken voor jongeren om problemen te durven melden.

  • Jongeren kunnen zich onder druk gezet voelen om "stoer" te zijn of niets te zeggen.

  • De vertrouwenspersoon is daarom een laagdrempelig aanspreekpunt buiten de formele gezagslijn.

Voorbeeldsituaties waarbij jongeren naar de vertrouwenspersoon gaan:

  • Een groepsleider maakt seksueel getinte opmerkingen.

  • Een jongere wordt buitengesloten of gepest.

  • Er is een conflict met een leidinggevende dat niet opgelost raakt.

  • Iemand voelt zich onveilig tijdens een kamp of oefening.

  • Er spelen thuisproblemen die invloed hebben op het functioneren binnen de groep.